Cheryl, een man van 38 jaar, woont in een woongroep van een zorginstelling. Hij is licht verstandelijk beperkt en is met een rechtelijke machtiging onvrijwillig opgenomen in deze instelling. Cheryl woont al vier jaar op de huidige groep. Omdat de rechter toestemming voor de opname gegeven heeft, moet Cheryl hier tegen zijn zin blijven. Hij voelt zich opgesloten.
Cheryl neemt contact op met een cliëntenvertrouwenspersoon, want hij wil veel en mag maar weinig. Hij wil zijn familie kunnen bezoeken, naar buiten om zelfstandig een stukje te lopen, zinvolle dagbesteding, zijn eigen telefoon vaker gebruiken, een laptop, inzage in zijn eigen financiën en daarin ook eigen keuzes kunnen maken. En hij heeft een verhuiswens. Hij wil dichter bij zijn geboorteplaats en dichter bij zijn familie wonen.
De cliëntenvertrouwenspersoon is een aantal keren samen met Cheryl in gesprek gegaan met de zorgverleners met wie hij te maken heeft: de gedragsdeskundige, begeleider en manager. Het doel van deze gesprekken was om de wensen van de Cheryl duidelijk te maken en tot afspraken te komen. De cliëntenvertrouwenspersoon staat naast Cheryl in dit proces en is vooral de stemversterker van hem: zij ondersteunt hem en zorgt dat de onderwerpen besproken worden en dat er antwoord komt.
Inmiddels mag de Cheryl een aantal keren per week zelfstandig naar buiten. Hij kan zijn mobiele telefoon en laptop gebruiken wanneer hij dat wil en hij heeft inzicht in zijn financiën. Stap voor stap bereiken we steeds iets meer.