088 678 1000
info@zorgstem.nl
Tijdens een locatiebezoek bij een woonvoorziening voor mensen met een verstandelijke beperking ontmoet de cliëntenvertrouwenspersoon Stef. Stef is een vrolijke jongen die van lekker eten houdt. “Lekker veel”, zegt hij. Van groente houdt hij niet zo, maar voor een bordje patat met mogen ze hem midden in de nacht wakker maken.
“Mijn moeder zegt dat mijn buik dik wordt”, vertelt Stef. “En de begeleiding vindt dat ook.” Stef zelf vindt dat het wel meevalt. Zijn opa had ook een dikke buik. “Dat hoort bij mannen.” Stef geeft aan dat de begeleiding en zijn moeder met elkaar hebben besloten dat hij op dieet moet. Hij mag geen patat en hamburger meer. En hij moet “veel te veel groenten” eten, vindt hij. “Ze zeggen dat het goed is voor mijn cholesterol of zoiets. Ik weet niet wat dat is.” Stef vraagt of de cliëntenvertrouwenspersoon kan zorgen dat hij weer gewoon patat en hamburger mag eten. Wat kan de cliëntenvertrouwenspersoon in dit geval voor Stef betekenen?
Stef is tegen zijn wil op dieet. De cliëntenvertrouwenspersoon kan Stef helpen met het bespreekbaar maken van zijn onvrede hierover. De cliëntenvertrouwenspersoon kan Stef ondersteunen om in gesprek te gaan met de begeleiding en zijn moeder. En misschien ook wel met de arts. In de gesprekken kan dan begrip ontstaan. Stef begrijpt dan misschien beter waarom ze een dieet nodig vinden. En Stef kan de begeleiding en moeder duidelijk maken dat patat en hamburger wil. Door in gesprek te gaan, kan er samen gekeken worden naar een oplossing waar ook Stef zich goed bij voelt en mee instemt. Misschien komen ze wel tot een oplossing dat Stef eens in de week patat en hamburger eet en de andere dagen het dieet volgt. De cliëntenvertrouwenspersoon kan Stef bij dit proces ondersteunen. De cliëntenvertrouwenspersoon gaat inhoudelijk niet over de zorg of over de oplossing, maar helpt hem wel het gesprek hierover aan te gaan.
